Als OppasStudent wil jij natuurlijk dat jouw oppaskinderen het fijn vinden dat jij komt oppassen. Als jij komt oppassen is het altijd een klein beetje feest: de kids mogen een extra snoepje, langer televisiekijken of iets later naar bed. Je wil hun lievelingsoppas zijn, maar tegelijkertijd wil jij ook dat jouw oppaskinderen naar je luisteren. Hoe zorg je ervoor dat je niet té lief bent (of juist te streng)?
Wees consequent
Kinderen willen het liefst een oppas die alles behalve streng is en de regels van papa en mama niet zo nauw hanteert. Maar kinderen hebben grenzen nodig, en jij bent er als oppas om die grenzen aan te geven. Laat zien dat jij lief bent en graag met de kinderen speelt en praat, maar ook dat jij ‘de baas’ bent. Hou je aan de regels van de ouders en stel ook je eigen regels op. Wees consequent, zodat de kinderen weten waar ze aan toe zijn. Moet het huiswerk af zijn voordat ze televisie mogen kijken? Dan gaat de televisie ook echt niet aan en blijf je ernaast zitten tot het huiswerk af is.
Choose your battles
Als je oppaskinderen de grenzen blijven opzoeken, kan het lastig zijn om ze te bewaken. Je wil niet alles laten gebeuren, maar ook niet te streng zijn. Hou altijd deze vraag goed in je achterhoofd: Is het nodig om een confrontatie aan te gaan? Zijn ze bijvoorbeeld opstandig omdat ze net uit school komen of gewoon moe zijn? Laat het dan een beetje gaan. Zijn ze echt vervelend en vind jij dat ze gecorrigeerd moeten worden? Spreek ze dan wel op hun gedrag aan.
Geef aan wat wel mag
Je oppaskinderen zullen je streng vinden als je steeds maar blijft benoemen wat ze allemaal niet mogen. Veel beter werkt het om ook toe te voegen wat ze juist wél mogen. Corrigeer ze in drie stappen: vertel wat niet mag, waarom het niet mag en wat er wel mag. Gooit jouw oppaskind een bal door de woonkamer? Dan kun je zeggen: “Je mag niet met de bal gooien, want dan kan er iets kapot gaan. Je mag wel met de bal rollen.” Je biedt direct een oplossing, waardoor je niet blijft hangen in het negatieve.